1 overtreding vs 2 boetes? Waar gaat het over en is er iets aan te doen?
De laatste dagen is er in de media veel te doen omtrent het gegeven dat ondernemingen soms een extra (tweede) boete van 509 EUR moeten betalen wanneer met een voertuig van die onderneming een (vaak lichte) verkeersovertreding werd begaan.
De aanleiding is het feit dat die onderneming heeft nagelaten de identiteit van de bestuurder op het moment van de verkeersovertreding mee te delen, waardoor zij niet alleen de verkeersboete voor de eigenlijke overtreding moet betalen, maar ook een extra boete voor het niet-meedelen van de identiteit van de bestuurder.
Concreet kan de situatie dus bijvoorbeeld zijn dat iemand met een voertuig ingeschreven op naam van het bedrijf een kleine snelheidsovertreding begaat, pakweg 55 km/u rijden in de bebouwde kom, waarna het bedrijf een onmiddellijke inning van 58 EUR correct betaalt, om vervolgens een tweede boete te ontvangen of zelfs een dagvaarding voor de Politierechtbank omdat zij heeft nagelaten de identiteit van de bestuurder op het moment van de overtreding mee te delen.
Zoals in de media vermeld zijn dit boetes van 509 EUR, hetgeen in sommige gevallen allerminst in verhouding staat tot de overtreding waarvan zij eigenlijk het gevolg zijn.
Inderdaad verplicht art. 67ter Wegverkeerswet de rechtspersoon met wiens voertuig een verkeersovertreding werd begaan om de identiteit van de bestuurder mee te delen en dit binnen de 15 dagen nadat men hiervoor een verzoek heeft gekregen.
Het probleem hierbij is dat de documenten die hiervoor opgestuurd worden vaak dusdanig verwarrend zijn, dat veel ondernemingen zich eenvoudigweg niet bewust zijn van deze verplichting, met alle gevolgen vandien.
Dit vormt dan ook een aandachtspunt voor ondernemingen die voertuigen op de baan hebben.
De vraag die zich thans stelt is natuurlijk: is er iets aan te doen wanneer er zo’n tweede boete in de bus valt?
Een arrest van het Hof van Cassatie van 14 december 2021, ondertussen bevestigd in cassatiearresten van 11 januari 2022 en 8 februari 2022, lijkt mogelijkheden tot betwisting te geven.
Immers werd in deze arresten bevestigd dat het openbaar ministerie, om een veroordeling te kunnen bekomen voor het niet (tijdig) meedelen van de identiteit van de bestuurder, moet bewijzen dat de vraag om inlichtingen werdaangeboden aan de kentekenplaathouder zelf of aan de zetel ervan.
Het Hof van Cassatie stelde daarenboven dat uit het enkele gegeven dat de vraag tot inlichtingen werd verstuurd naar de zetel van de kentekenplaathouder-rechtspersoon, geen vermoeden kan worden afgeleid dat de kentekenplaathouder kennis heeft genomen van de vraag tot inlichtingen of die kennisname zelf onmogelijk heeft gemaakt. Er anders over oordelen was volgens het Hof van Cassatie strijdig met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd door artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Toch zal dit arrest niet voor iedereen en in elk geval een oplossing kunnen bieden, en staat in elk geval vast dat deze rechtspraak nog zal evolueren. Immers oordeelde het Hof van Cassatie in een arrest van 25 mei 2022 ook dat hetbewijs van de aanbieding van de vraag om inlichtingen aan de bestemmeling wel door feitelijke vermoedens kan worden geleverd. In deze specifieke zaak oordeelde men dat dit bewijs geleverd was doordat de vraag om inlichtingen in dat geval tweemaal was opgestuurd aan de correcte zetel van de vennootschap, waarbij de vennootschap geen gewag maakte van problemen in de postbedeling en waarbij deze zendingen ook niet werden teruggestuurd als onbestelbaar.
Wordt dus duidelijk vervolgd!
Mocht uw bedrijf dergelijke problemen ondervinden, neem dan gerust contact op met ons kantoor! Vergeet hierbij niet dat indien het betrokken voertuig gedekt wordt door een rechtsbijstandsverzekering, uw eventuele strafrechtelijke verdediging en dus onze tussenkomst ten laste is van de verzekering, en wat u betreft dus gratis is!
Enkele interessante persartikels:
https://www.unizo.be/nieuws-pers/verkeersboete-betaald-en-toch-een-extra-boete-van-509-euro
Wat is een proceskalender?
Indien u in een procedure terechtkomt zal u op zeker ogenblik wellicht horen dat er een proceskalender werd overeengekomen. Een procedure wordt opgestart via een dagvaarding die de gerechtsdeurwaarder namens de ene partij, de eiser, aan de andere partij, de...
Cassatie bevestigt het evidente: een doodlopende straat wordt niet door iedereen gebruikt
In een recent gepubliceerd arrest bevestigt het Hof van Cassatie als basisprincipe dat een dertigjarig, voortdurend en onafgebroken, openbaar en ondubbelzinnig gebruik van een strook grond door eenieder voor het openbaar verkeer een publieke erfdienstbaarheid van...
Wij trachten de nieuwsberichten op deze website zo correct mogelijk op te stellen. Er wordt echter voorrang gegeven aan het opstellen van begrijpelijke documenten, zodat deze nieuwsberichten leemtes en onnauwkeurigheden kunnen bevatten. Er wordt door ons kantoor of haar advocaten geen enkele aansprakelijkheid aanvaard m.b.t. de inhoud van dit louter informatieve document dat geenszins als advies mag worden beschouwd of gebruikt.