Wat is een proceskalender?
Indien u in een procedure terechtkomt zal u op zeker ogenblik wellicht horen dat er een proceskalender werd overeengekomen.
Een procedure wordt opgestart via een dagvaarding die de gerechtsdeurwaarder namens de ene partij, de eiser, aan de andere partij, de verweerder, gaat afgeven of desgevallend via verzoekschrift dat per gerechtsbrief wordt betekend.
In de dagvaarding of het verzoekschrift zal de datum vermeld staan waarop de zaak voor het eerst voor de Rechtbank komt. Deze eerste zitting van een procedure noemen we de inleidingszitting. Heel gemakkelijke zaken waarin geen discussie bestaat, waar een partij afwezig blijft of over bijvoorbeeld onbetaalde facturen kunnen op deze inleidingszitting behandeld worden waarna meteen een vonnis volgt.
In de dossiers waar een echte discussie bestaat, wordt op deze inleidingszitting een proceskalenderovereengekomen. Dit betekent dat data worden afgesproken waarop eerst de verwerende partij op papier zal uiteenzetten waarom men het niet eens is met het standpunt van de eisende partij, waarna eisende partij dit op een latere datum kan beantwoorden en waarna tenslotte de verwerende partij opnieuw als laatste de kans krijgt om zijn standpunt op papier te zetten. Deze standpunten op papier noemen we conclusies en de termijnen om deze in te dienen noemen we conclusietermijnen. Nadat iedereen de gelegenheid gehad heeft om conclusies te nemen volgt een nieuwe zitting voor de Rechtbank waarop de zaak zal kunnen behandeld worden.
Deze zitting noemen we ook wel pleitzitting. Na deze zitting wordt een dossier gebruikelijk door de Rechtbank in beraad genomen gedurende ca. een maand, waarna het vonnis volgt.
Het geheel van conclusietermijnen en pleitdatum noemen we de proceskalender, of in het jargon ook wel “de 747”, genoemd naar art. 747 Ger.W. waarin de proceskalender en alle procedurele schikkingen errond staan vermeld.